Vanwege de coronacrisis zitten mensen met donkere gedachten. Sommigen zoeken daarom naar mentale bijstand, maar krijgen ze die bijstand wel? Wachtlijsten vormen in de sector van psychische hulp al langer een probleem. Welke alternatieven zijn er?
Vooral bij jongeren weegt de coronacrisis zeer zwaar door op hun mentale gezondheid. Normaal gezien maken eerstejaarsstudenten nieuwe vrienden, gaan ze feesten en leren ze de stad kennen. Vanwege alle maatregelen is dat nu niet mogelijk, en zitten de studenten vast op hun kot of in hun ouderlijk huis. Het feit dat ze zich niet meer kunnen mengen onder hun vrienden, of kunnen bezig zijn met hun hobby’s, heeft ongetwijfeld gevolgen voor hun emotioneel welzijn. Jongeren hebben nu eenmaal een uitlaatklep nodig.
Als we gaan zoeken, dan is de eerste, en misschien ook wel de meest populaire site die aan bod komt, die van www.watwat.be.
WAT WAT is het resultaat van een samenwerking van meer dan 70 organisaties, waaronder Child Focus, Awel en Sensoa. Al deze organisaties zetten zich samen in om jongeren advies en hulp te bieden. Door hun krachten te bundelen ontstond WAT WAT, eigenlijk het grote referentiepunt voor jongeren die met vragen zitten.
De website van WAT WAT behandelt thema’s van verlegenheid tot seksuele opvoeding, maar sinds afgelopen jaar hebben ze ook een categorie die alles in verband met corona behandeld. Hoe ga je om met de lockdowns, of de eenzaamheid? Voelt het soms ook alsof je even compleet machteloos bent? Alles waar je op kan komen, staat open om besproken te worden. Zit je met een vraag die nog niet is behandeld op het onlineplatform? Dan moet je deze zo snel mogelijk stellen, zodat ze kan toegevoegd worden aan het overzicht van informatie.
De nodige evolutie
Het probleem is echter dat het niet zomaar bij vragen rond corona blijft. De aangepaste levensstijl waar mensen zich aan moeten houden brengt ook een hoop bijwerkingen met zich mee. Net hiervoor is er recent nog een nieuwe categorie opgedoken op de site, onder de naam ‘Donkere Gedachten’.
Donkere Gedachten is de naam van de nieuwste campagne van WAT WAT, in samenwerking met Awel, Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie en Vlaams Instituut Gezond Leven. De campagne is gericht op het taboe rond mentaal welzijn doorbreken, en jongeren tonen dat ze niet alleen zijn met hun donkere gedachten. Het jongerenadviesplatform verwacht dit najaar een heuse piek aan psychische problemen bij jongeren. Ze hebben nu al even veel meldingen gehad over depressies, angst en eenzaamheid als tijdens de eerste coronagolf. Dit gaf hen de aanzet om te beginnen met de campagne. Voornamelijk bestaat deze uit YouTube-video’s waarin jongeren getuigen over hun moeilijke momenten, en waarin ze bevestigen dat het echt helpt om er over te praten met iemand.
‘Sinds kort heb ik voor mezelf beslist om er open over te zijn. Wanneer je dat doet, merk je dat er altijd mensen zijn die daarna zeggen dat ze hetzelfde of iets gelijkaardigs hebben meegemaakt. Dan weet je dat je het er samen over kan hebben in plaats van elk alleen met je gedachten te blijven zitten’, zegt Talia Davids, een van de jongeren die haar getuigenis aflegde in de eerste YouTube-video van de campagne in een gesprek op Studio Brussel. In totaal zijn er zo vier YouTube-video’s waar telkens twee jongeren aan bod komen en spreken over hun ervaringen en hoe zij hebben geworsteld met hun emotioneel welzijn. ‘We moeten meer praten over donkere gedachten, want iedereen zit er wel eens mee’, voegt Talia er nog aan toe wanneer er aan haar wordt gevraagd waarom de campagne exact van start is gegaan.
De jongeren die meedoen in de YouTube-serie spreken met elkaar door middel van een aantal kaarten, en iedereen kan aan deze kaarten geraken door hun site te bezoeken. Het kaartspel, dat ook samen met hun partners en Zelfmoord1813 is gemaakt, bestaat uit 38 vragen of ‘gespreksstarters’ om te praten over hoe het echt met je gaat. Om hun kaarten zo beschikbaar mogelijk te maken, zijn ze niet alleen gratis te downloaden via de site van WAT WAT, maar zijn ze ook te vinden via hun officiële Instagram, waar iedereen ze kan delen om op hun eigen story te zetten.
Innovatie en integratie via sociale media wordt op dat vlak ook steeds belangrijker. Volwassenen die actief een invloed willen hebben op de jeugd, moeten dan ook mee in die leefwereld als ze er in willen slagen om een echte conversatie met hen te voeren over hoe ze zich voelen. Daarom gebruikt WAT WAT niet enkel hun eigen site om jongeren te bereiken, maar ook een apart YouTubekanaal, en een aparte Instagrampagina. Terwijl hun site meer een forumfunctie bekleed, en inhoudelijk wat meer weg heeft van een nieuwssite, zijn de twee sociale mediapagina’s vooral gericht op het delen van meningen en ervaringen van jongeren. Hun YouTube-pagina staat vol met verhalen die niet te vinden zijn op de andere twee pagina’s, maar toch is er een ding dat zowel op YouTube als Instagram te merken is: er zijn al meermaals livestreams geweest waar jongeren hun meningen deelden met elkaar en de wereld.
Sharing & caring
Hun Instagram staat vooral centraal rond het delen van tips en activiteiten die ervoor zorgen dat problemen besproken kunnen worden. Met bijna 10.000 volgers is dit ook hun meestbezocht kanaal. Ten slotte moet toch ook aangehaald worden dat WAT WAT zich actief mengt in ander entertainment bedoeld voor hun doelgroep. De populaire jongerentelevisieserie WTFock is hier zo’n voorbeeld van. De serie behandelt soortgelijke, confronterende thema’s voor tieners, en bevat op het einde van elke episode een verwijzing met link naar de site van WAT WAT, meestal expliciet naar het thema dat behandeld werd in de episode. Dit is iets dat toch niet al te veel voorkomt bij tienerseries, maar wat eigenlijk een logische stap zou moeten zijn.
Iemand die ook van mening is dat dit niet meer dan een logische stap vooruit is, is Sara Daemen. Sara is een 45-jarige vrouw uit Zutendaal die studeert om een ervaringsdeskundige te worden in de geestelijke gezondheidszorg. Zij heeft ook een moeilijke periode vol donkere gedachten gehad, en wil na haar studies zich dan ook echt focussen op het verder helpen van mensen die in hetzelfde schuitje zitten als zij toen. Sara heeft dan ook al genoeg ervaring gehad met het thema om als een deskundige beschouwd te worden. ‘Ik vind het een heel interessant medium om jongeren te bereiken. In mijn jeugd werden “donkere gedachten” gewoonweg niet openbaar besproken, en al helemaal niet in de media. Ik ben blij dat er nu toch al iets minder taboe is omtrent psychisch kwetsbaar zijn. Toen ik een puber was, bestonden psychische klachten ogenschijnlijk niet, niemand praatte erover en het werd nooit aangehaald op de mainstream media. Daarom dat ik zeker een fan ben van WAT WAT, het is heel toegankelijk voor jongeren en zo kunnen ze actief aangemoedigd worden om sneller hulp te zoeken, en niet te blijven zitten met hun problemen. Zelf ben ik er wel altijd mee blijven zitten, ik kon er thuis enkel met mijn mama over praten, maar in feite had ik al van op jongere leeftijd professionele hulp nodig. Ik heb die gewoon nooit opgezocht, en door het uitstellen van die hulp tot een latere leeftijd, vergroot je veel schaamtegevoelens en ontstaan er verkeerde copingpatronen zoals perfectionisme, eetstoornissen, of noem maar op. Hoe sneller iemand op jonge leeftijd hulp krijgt, hoe beter. Het heeft enkel een nefaste invloed op hun mentaal welzijn als ze het zoeken van hulp uitstellen.’
Probeer te praten
Awel is een partner van WAT WAT die zich ook focust op soortgelijke thema’s in verband met het mentaal welzijn van de jeugd. Hun werk is eigenlijk wat meer te vergelijken met TeJo, oftewel Therapeuten voor Jongeren. Awel is een telefonische en online hotline voor jongeren in Nederlandstalig België. Vroeger opereerde het onder de naam ‘Kinder- en Jongerentelefoon’, maar die naam paste niet langer, aangezien ze niet enkel telefonisch te bereiken zijn. Waar TeJo verder gaat en echt psychologische hulp biedt aan jongeren, is Awel puur bedoeld om te luisteren en te spreken met jongeren. Wanneer er vragen ontstaan en ze niemand hebben om deze te beantwoorden, wordt er aangeraden contact op te nemen met Awel. Tele-Onthaal heeft dezelfde functie, maar dan voor diegenen ouder dan 20 jaar.
Volgens de overzichtscijfers van Awel waren er in totaal meer dan 23.000 contacten met jongeren doorheen het jaar 2019. Het grootste deel hiervan gebeurde nog telefonisch, de anderen via chat, mail of hun forum. Over het algemeen is er wel een dalende trend waar te nemen, maar dit weerhoudt Awel niet om toch extra in te zetten op jongerenhulp tijdens de coronatijd. Zo is er bijvoorbeeld de campagne met de opvallende naam ‘F*CK 69’. De campagnenaam verwijst naar het feit dat er uit internationaal onderzoek is gebleken dat meer dan 69 procent van alle jongeren zich slechter voelt dan voor de coronacrisis. Awel wil via de campagne aantonen hoe men het beste een gesprek aangaat over mentale problemen in deze moeilijke tijd.
De titel verscheen voor het eerst op een polo van viroloog Marc Van Ranst in een boodschap die hij bracht in verband met nieuwe variant van het coronavirus. ‘Een goed gesprek kan veel helpen. Wees een goede maat en probeer elkaar af en toe te vragen hoe het gaat’, zegt Van Ranst in een video op Twitter waarin hij het kort heeft over de campagne. Buiten Van Ranst zijn er nog een aantal BV’s die op sociale media wat tips deelden in verband met de campagne. Het is ook duidelijk dat de campagne een effect heeft gehad. Volgens Awel gingen de gesprekken eerst voornamelijk over de relatie tot ouders, maar nadat de campagne van start ging was er een opmerkelijke verandering van onderwerp: het aantal gesprekken over angst, spanning, eenzaamheid, somberheid, depressie en zelfmoordgedachten zagen een stijging. De boodschap van Awel is duidelijk: ‘Hoog tijd dus om een f*ck te geven om de mentale gezondheid van onze jongeren.’
Doen alsof
Tessa Quintens, een 19-jarige studente, wil ook benadrukken hoe makkelijk het wel niet is om te doen alsof er niks scheelt, terwijl dat niet zo is. ‘Het is gewoon veel makkelijker om te doen alsof er niks aan de hand is. Als we doen alsof we er ons niks van aantrekken, dan doet het niet zoveel pijn, toch? Dat soort gevoel krijg ik van sommige mensen. Natuurlijk, niet iedereen gaat met zijn of haar problemen om op de zelfde manier. Praten is belangrijk, maar iemand kan even goed dagelijks gaan wandelen om net even alleen te zijn met zijn gedachten, en dit kan die persoon even goed helpen. Wat je ook doet, je moet gewoon zien dat je nergens mee blijft zitten. Als je problemen alleen maar wegsteekt, dan wordt het vroeg of laat te veel, en dan zijn de mentale gevolgen hoogstwaarschijnlijk veel opmerkelijker.’
Voor haar is praten over haar problemen een vast deel van haar routine. Elke week gaat ze naar haar psychiater Stijn Umans in Herk-de-Stad. Voor haar is hij een echte vriend, niet zomaar een psychiater. ‘In de vorige lockdown heb ik speciale toestemming gekregen van mijn psychiater om mijn vriend te blijven zien. “Nood breekt wet”, zei hij. Met die toestemming kon niemand me iets maken als ik zou tegengehouden worden. Het is eigenlijk gek dat ik zoiets nodig heb om gewoon mentaal oké te zijn, maar ik zal wel verre van de enige zijn. Iedereen gaat met problemen om op een andere manier. Sommige mensen zullen bijvoorbeeld aangemoedigd zijn door zo’n actie zoals F*CK 69, maar anderen net helemaal niet. Het belangrijkste is dat je nooit iemand dwingt om over iets te spreken, want dat gaat je uiteindelijk nergens brengen. Daarom vind ik die tips ook ergens wel belangrijk, want ze zullen zeker en vast iemand helpen die wil praten met iemand over hoe ze zich voelen, maar gewoon niet weet hoe, en niemand wil kwetsen.’
We kunnen niet doen alsof het maar een gerucht is dat de ronde doet, psychologen geven zelf toe dat er een toename is van het aantal aanmeldingen dat wordt gedaan door jonge mensen van 15 tot 25 jaar. Van de 84 psychologen die een reactie gaven op een vraagstelling van VRT NWS, wisten er 44 te bevestigen dat er wel degelijk een stijging was op te merken. Het zijn dan misschien niet genoeg antwoorden om een concreet besluit uit te trekken, maar er is toch wel een duidelijke trend gaande.
Het probleem is vooral verergerd tijdens de tweede lockdown. Bij de eerste kon men nog de ‘rust’ appreciëren, maar nu begint eenzaamheid aan de mensen te knagen. Ze worden rusteloos en verliezen hun motivatie, of erger, hun perspectief op het leven. Het is en blijft belangrijk dat mensen bij iemand terecht kunnen om hun verhaal te doen, ook al gaat dit niet face-to-face, maar dankzij de crisis komt er een ander probleem bij kijken. Alhoewel dit eigenlijk een probleem is dat al veel langer bestaat, maar nu pas in de schijnwerpers komt te staan: de wachtlijsten. Er is ook wel een lichtpuntje, net zoals in oorlogstijd begint men nu veel sneller naar oplossingen te zoeken voor problemen die anders nooit aan bod kwamen. Dat is het goede aan heel het verhaal, misschien niet makkelijk om te zeggen, maar hoe meer nood er is naar ondersteuning, des te meer alternatieven zullen er komen om wel degelijk die ondersteuning te vinden.
Giel Lehouck
oorspronkelijk gepubliceerd op medium.com